woensdag 10 augustus 2016

Tom Swifty



Nee, dit opstel gaat niet over kolonialisme, racisme of discriminatie van de donkere medemens, maar over een bepaald soort zinnen. De tekst op de afbeelding (*1) is zo'n zin. Het bijzondere van dit soort zinnen is dat er een bijwoordelijk verband bestaat tussen wat wordt gezegd en hoe het wordt gezegd. Het verband is bij voorkeur een beetje kronkelig, omdat het bijwoord of een term van de bijwoordelijke bepaling oneigenlijk is gebruikt:

Leve de vrijheid, riepen de Kongolezen gebelgd

Gebelgd zijn betekent immers erg boos, verontwaardigd zijn, maar iedereen denkt daarbij - ten onrechte en toch ook weer niet zonder reden - aan de Belgen: de Kongolezen waren immers gebelgd omdat ze niet vrij waren, en ze waren niet vrij omdat de Belgen in Kongo zaten.

Ik weet niet of er in het Nederlands een term voor bestaat, maar in het Engels heten zulke zinnen Tom Swifties, genoemd naar Tom Swift, het hoofdpersonage uit een reeks SF-romans rond een jonge uitvinder (*2). De schrijver van de reeks is Edward Stratemeyer, een man die volgens Wikipedia meer dan 1300 titels (!) op zijn naam heeft staan, vrijwel uitsluitend kinderboeken. Zijn bekendste schepping is de jonge vrouwelijke detective Nancy Drew; naar men zegt is Hillary Clinton een fan van de reeks.

De archetypische Tom Swifty is blijkbaar: "We must hurry, said Tom swiftly." Die zin beviel Stratemeyer zo goed dat hij zijn boeken vervolgens doorspekte met gelijkaardige zinnen, waarbij iedere uitspraak gevolgd werd door een bijwoord (eindigend op -ly) of een bijwoordelijke bepaling. Stratemeyer had blijkbaar niet de opzet om grappig of spitsvondig te zijn, het waren anderen die de kwinkslag introduceerden als een onmisbaar ingrediënt van een onvervalste Tom Swifty. Veel Swifty's hebben daarbij een grimmige ondertoon of zijn dubbelzinnig van aard. Eén van de beroemdste Swifties (duidelijk niet afkomstig uit een kinderboek) is:

I can't make up my mind about homosexuality, said Tom half in earnest.

Oscar Wilde kende reeds the importance of being earnest. Merk dat hoofdletters en/of kleine letters van minder belang zijn dan mogelijke dubbelzinnigheid. Het aardige is ook dat deze Swifty probleemloos naar het Nederlands kan worden omgezet, iets wat zelden voorkomt.

In het Nederlandse taalgebied is het genre van de Tom Swifty onder meer beoefend door Rudy Kousbroek en Battus, een pseudoniem van Hugo Brandt Corstius. Op het wereldwijde web vond ik ook een aantal Tom Swifty's die worden toegeschreven aan een zeker Broekhuis (ook een pseudoniem van Brandt Corstius? Of is het de beruchte Henk Broekhuis?). Het genre werkt blijkbaar aanstekelijk en er is zelfs een speciale site waar men eigengemaakte Tom Swifty's naartoe kan sturen. Velen voelen zich echter geroepen maar slechts weinigen zijn uitverkoren. Een Tom Swifty is niet zo moeilijk te verzinnen, maar de kunst is om er iets bijzonders mee te doen. Bij een verkiezing kwam ooit de volgende Tom Swifty van Battus als winnaar uit de bus:

Hemeltje, zei Hij opstandig

Het is trouwens opvallend dat de Bijbel - of meer in het algemeen religie - als inspiratiebron fungeert voor enkele van de beste voorbeelden. Ook heel geestig zijn de volgende twee, Bijbels geïnspireerde Swifty's van Kousbroek:

Het leek wel een walvis, zei Jonas binnensmonds
Eli Eli, Lama Sabachtani, riep Hij hangerig

Er zal ongetwijfeld ook wel wat met Mohammed of de Koran zijn aan te vangen, maar ik heb nog geen Mo Swifty's weten te traceren.

Enkele andere Nederlandse voorbeelden:

Mijn moeder was maagd, zei Tom kribbig  [Battus]
Ik ben de Venus van Milo, fluisterde zei onhandig  [Kousbroek]
Man overboord, zei de kapitein voortvarend  [Kousbroek]
Dat rijst de pan uit, riep de zendeling aangebrand  [Kousbroek]
Deze cup is te klein, sprak ze rondborstig  [Kousbroek]
Ik heb je tuk, zei hij achterwaarts  [Kousbroek]
Eigenlijk wilde ik begraven worden, zei hij verstrooid [Broekhuis]
Vroeger toverde ik er zo een konijn uit, sprak hij ontgoocheld [Broekhuis]

Plus een nagekomen Sylvia Swifty:
We moeten amputeren, zei de chirurg botweg


Noten:

* (1) De spotprent werd oorspronkelijk gepubliceerd in het satirische magazine Punch.
* (2) Het type zin werd in het Nederlandse taalgebied geïntroduceerd door Rudy Kousbroek, maar hij tastte in het duister omtrent de herkomst van de term. Uit een artikel dat hem door een lezer werd toegestuurd, leidde hij abusievelijk af dat een auteur van kinderboeken was. Kousbroek verzon geen aparte Nederlandse term. Zie: Rudy Kousbroek, De Logologische Ruimte, Meulenhoff, 1984, p. 127. 


3 opmerkingen:

  1. Leuk, dit genre kende ik niet! Past ook goed op Twitter, lijkt me: toch de lol-o-logolische ruimte bij uitstek. We kunnen het in het Nederlands misschien Kousbroekjes noemen?
    Ik bedacht na het lezen van je blog ook een paar bijwoordelijke verbanden tussen wat & hoe:
    * Natuurlijk blijven de temperaturen hier onder nul, zei de Eskimo minachtend.
    * We moeten amputeren, concludeerde de chirurg botweg.
    * Hij zit zonder troefkaarten, dacht ik hooghartig.

    BeantwoordenVerwijderen